Persoonlijke Beschermingsmiddelen of te wel: PBM's


Hoe zit het nu eigenlijk?

Hebben werknemers beschermende werkkleding, veiligheidsschoenen of werkhandschoenen nodig? Gehoorbescherming of valbeveiliging misschien? Dan moet de werkgever deze persoonlijke beschermingsmiddelen gratis beschikbaar stellen. Bovendien moet de werkgever zorgen voor goede voorlichting over het gebruik en het onderhoud van de gekozen beschermingsmiddelen. Of de PBM nu wettelijk verplicht zijn of niet, maakt wat dat betreft niets uit.

 

Persoonlijke beschermingsmiddelen in de RI&E

Bedrijven moeten in hun risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) die persoonlijke beschermingsmiddelen beschrijven. Hoewel de werkgever betaalt, is het niet zo dat hij ook bepaalt. Tenminste, niet alleen: PBM kiezen doen werknemer en werkgever samen. Het zijn immers de mensen op de werkvloer die vaak goed weten welke persoonlijke beschermingsmiddelen zij nodig hebben om gezond en veilig te kunnen werken. Hun kennis en ervaring kan de werkgever helpen bij het maken van de juiste keuze.

 

PBM vormen altijd aanvulling op andere maatregelen

Persoonlijke beschermingsmiddelen zijn de laatste stap in de zogeheten arbeidshygiënische strategie. Ze vormen dus altijd een aanvulling op andere maatregelen die risico’s aanpakken bij de bron. Denk daarbij aan goed onderhoud van arbeidsmiddelen als machines, technische voorzieningen of aanpassing van de manier van werken.

http://arbo-online.nl/wp-content/uploads/2017/10/artikel_Rijpma_3M_arbeids-hygi%C3%ABne-strategie.jpg

 

Drie categorieën persoonlijke beschermingsmiddelen


Categorie I: PBM tegen lage risico’s

Deze persoonlijke beschermingsmiddelen bieden bescherming zonder enige deskundigheid bij de gebruiker en zonder hulpmiddelen. Gaat er iets mis, dan kan dit gering en oppervlakkig letsel tot gevolg hebben. De fabrikant stelt van elk product een technisch dossier samen en bewaart deze minstens tien jaar na de productiedatum. Voorbeelden van PBM uit risicoklasse I: een zonnebril of eenvoudige tuinhandschoenen.


Categorie 2: PBM tegen middelhoge risico’s

Dit zijn persoonlijke beschermingsmiddelen die niet vallen onder risicoklasse I. De fabrikant moet zorgen dat deze middelen voldoen aan bepalingen van de EG-richtlijn 89/686/EEG. De fabrikant zorgt behalve voor een technisch dossier ook voor een typekeur van lek product.  De meeste PBM vallen onder deze categorie. Voorbeelden: een veiligheidsbril en veiligheidshelm.


Categorie 3: PBM tegen hoge risico’s

Dit zijn complexe persoonlijke beschermingsmiddelen waarvoor extra eisen gelden naast de voorwaarden uit klasse II.  Zo moet de productie ervan onder een door de EG erkend kwaliteitsborgingssysteem plaatsvinden. Een voorbeeld: bepaalde beschermingsmiddelen tegen vallen van hoogte, zoals een harnasgordel.

 

PBM kosten geld, maar leveren nog veel meer op

Persoonlijke beschermingsmiddelen kosten geld. Maar minder ongevallen en gezonde, vitale medewerkers die niet verzuimen leveren werkgever en werknemer nog veel meer op. PBM beschermen kwetsbare lichaamsdelen als hoofd, ogen, oren, handen en voeten. Ze helpen daarmee persoonlijke en financiële schade te voorkomen of beperken.

 

Goede spullen blijven alleen goed door onderhoud

Zorgvuldig gebruik en gedegen onderhoud bevorderen de werking en levensduur van persoonlijke beschermingsmiddelen. De werkgever zorgt hiervoor door goede voorlichting, heldere instructies, training van werknemers en toezicht op het juiste gebruik van de bescherming. Ook regelmatig onderhoud van de ter beschikking gestelde PBM is bijzonder belangrijk. De werkgever is hiervoor (mede)verantwoordelijk. De werknemer op zijn beurt moet het periodieke onderhoud (deels) zelf uitvoeren.


Bron: arboportaal.nl