In de lucht om ons heen zit altijd stof, zichtbaar en onzichtbaar. Er zijn twee soorten stof: hinderlijk stof en schadelijk stof. Inademing van schadelijke stof kan de gezondheid schaden, omdat er schadelijke of giftige bestanddelen in zitten. Een groot risico is dat je er  vaak op korte termijn weinig van merkt. Klachten kunnen uiteenlopen van irritatie aan de longwegen tot zware ademhalingsproblemen. Langdurige blootstelling kan zelfs het risico op kanker verhogen. Om de veiligheid en gezondheid van medewerkers te waarborgen is het werken met deze stoffen aan strenge voorschriften en regelgeving gebonden. Zorg er daarom voor dat u goed inzicht hebt in de gevaren en risico's bij u op de werkvloer.

Wat ademt u in?

Kleine deeltjes zoals fijnstof zijn vaak niet te zien met het blote oog. Ongemerkt tasten ze longen en bloedcirculatie aan. Het effect van stof op de gezondheid is afhankelijk van verschillende factoren. zo kent bijvoorbeeld elk type stof zijn eigen risico's en gevaren. Sommige hiervan zijn zelfs dodelijk. Laat u goed informeren met welke stof u te maken heeft en neem de juiste maatregelen. Wij kunnen u hierbij helpen en bieden een uitgebreidt assortiment ademhalingsbescherming.         => naar de producten

Verschillende groottes stofdeeltjes versus de tijd aanwezig in de lucht

Welke stofmaskers of stoffilters heb ik nodig?

Stofmaskers worden gekenmerkt met de code FFP. Dit staat voor Filtering Facepiece Particals. De stofmaskers kunnen ingedeeld worden in FFP 1, FFP 2 of FFP 3.

  • FFP1. Dit is het laagste prestatieniveau om van een beschermingsmasker te kunnen spreken en heeft een efficiëntie van minimaal 78%.
  • FFP2. Dit is de gemiddelde categorie beschermingsmaskers en heeft een efficiëntie van 92%. Dit masker wordt minimaal aanbevolen voor gebruik bij bijvoorbeeld TBC risico.
  • FFP3. Deze klasse biedt de hoogste bescherming en heeft een minimale efficiëntie van 98 %.

Stoffilters worden gekenmerkt met de code P1, P2 of P3. Dit betekend de kwaliteitsaanduiding van het filtermateriaal. P3 vertegenwoordigt de hoogte beschermingsgraad.

  • P1 stofmasker. Het P1 stofmasker helpt alleen tegen grove deeltjes stof. Het is een masker wat doorgaans het meest voorkomt, maar het minste bescherming biedt. Dit masker is alleen geschikt voor hinderlijke stoffen zoals steengruis, houtsplinters. Over het algemeen zorgt een P1 masker dus dat we ruwe delen stof niet inademen. Dit masker is maximaal te dragen tot ongeveer vier keer de MAC/BG-waarde voor (stof)deeltjes.
  • P2 stofmasker. Het P2 stofmasker geeft al meer bescherming dan een P1 stofmasker. Ook een P2 stofmasker biedt geen 100% bescherming, maar biedt vooral beschering tegen schadelijke stoffen. Over het algemeen geeft een mondkapje van P2 80% bescherming en geeft een masker met filter ongeveer 95% bescherming.De bescherming is voornamelijk voor diverse soorten stof. Deze stof kan afkomstig zijn van stenen, gips, kwarts, etc. Een P2 stofmasker is maximaal te dragen tot ongeveer tien keer MAC/BG-waarde voor (stof)deeltjes.
  • P3 stofmasker. Het P3 stofmasker is de meest veilige vorm van de gangbare maskers en biedt bescherming tegen giftige stoffen. Ook hier geldt dat een masker met ventiel (liefst twee) het meest veilig is. Dit masker biedt bescherming tegen fijnstof, diverse ziektekiemen en zelfs ook gasdampen, bijvoorbeeld ammoniak. Een P3 stofmasker is maximaal te dragen tot ongeveer dertig keer MAC/BG-waarde voor (stof)deeltjes.

Indeling naar stofsoort of stoffilter- en stofmaskerklasse


Veel stof tot nadenken

Lasrook, kwartstof, nanodeeltjes. Mensen die ermee werken moeten vookmen dat ze schadelijke deeltjes inademen. gelukkig worden stofmaskers steeds beter, net als andere vormen van ademhalingsbescherming. Alleen worden ze vaak verkeerd gebruikt.

(tekst: Herman Codée)

Stofdeeltjes kunnen gevaarlijk zijn voor de gezondheid, en niet alle werkgevers zijn daar goed van op de hoogte. Ze denken bijvoorbeeld dat het gevaar vooral afkomstig is van de allerkleinste deeltjes. Maar juist de deeltjes kleiner dan 0,4 micron, zoals aangewezig in lasrook zijn relatief gemakkelijk af te vangen. Door hun geringe omvang zijn ze tamelijk gevoelig voor het zogenoemde Brownse-effect, waarbij ze volgens een vast patroon heen en weer trillen. Door die beweging komen ze bijna altijd in aanraking met een van de vezels in het stofmasker.

Veel lastiger zijn de deeltjes tussen de 0,4 en 0,6 micron. Die zijn niet onderhevig aan dat Brownse-effect en stromen mee met de lucht in het masker, en daarbij omzeilen ze vaak de vezels. Voor het afvangen van die deeltjes moet je gebruikmaken van een elektrostatisch filter, waarvan de lading tegengesteld is aan die van de deeltjes. Sommige werkgevers kampen dus met een gebrek aan kennis, en dat kan gevolgen hebben voor de veiligheid. Een groot deel van de gebuikers gebruikt niet de juiste ademhalingsbescherming en bijna een kwart draagt een masker met een onjuiste pasvorm. Een voorbeeld hier van is een werkgever die erg tevreden was: hij kreeg met regelmaat van zijn medewerkers te horen dat de stofmaskers zo prettig ademden. Dit zou een alarmbel moeten laten afgaan, want de ademweerstand van het masker dat deze medewerkers gebruikten was juist heel hoog. Hoogstwaarschijnlijk zetten die mensen het verkeerd op hun gezicht, zodat de lucht langs de zijkant alsnog het masker binnenstroomde. als medewerkers hun masker afzetten, zie je langs hun mond sporen van zwart stof. Stof dat het masker had moeten tegenhouden.

Het is dus belangrijk dat medewerkers het goede masker op de goede manier gebruiken, en daarom pleiten experts voor een zogenoemde Face Fittest. In Engeland is die al wettelijk verplicht, in de Verenigde Staten moet de test zelfs ieder jaar afgenomen worden, maar in Nederland geldt die plicht alleen voor de volgelaatsmaskers voor asbestverwijdering. En dat terwijl het ook bij gewone stofmaskers belangrijk is dat de bandjes goed op de kruin en in de nek zitten, en dat de neusbeugels goed zijn aangedrukt. Sterker nog": als een medewerker daar geen aandacht aan besteedt, is het masker nutteloos. Veel werkgevers kampen met een gebrek aan kennis en daarom is het belangrijk om goed advies te krijgen. Bijvoorbeeld door eerst te kijken naar een bronaanpak. Soms is het niet nodig dat iemand acht uur lang met die gevaarlijke stoffen werkt. Dan is het ook mogelijk om dat werk te verdelen, zodat twee mensen de blootstelling kunnen beperken tot ieder vier uur. Soms ook kunnen mensen werken met een zuurkast of het werk zelfs uitbesteden aan een robot die op afstand te bedienen is. Bij weer andere bedrijven schuilt de oplossing in een betere afzuiging of kan het werk worden verplaatst naar een aparte ruitme, zodat de collega's in ieder geval geen masker hoeven te dragen.

Bijna ieder ademhalingsmasker op de Nederlandse markt biedt voldoende bescherming. Maar niet alle maskers zijn prettig om te dragen. En als het masker niet lekker zit, zullen de medewerkers geneigd zijn om deze snel af te zetten.

Of een masker lekker zit, is afhankelijk van enkele aspecten:

  • Ademweerstand. Hoe lager de ademweerstand, hoe fijner het is om te ademen. Daarom is het belangrijk dat het masker niet te veel filterlagen heeft. Dat kun je vermijden door het masker een gelijkmatige elektrostatische lading te geven, zodat deeltjes nog beter kunnen worden afgevangen. Naast de inademweerstand kan ook de uitademweerstand verbeterd worden, door middel van een uitademventiel.
  • Draagcomfort. Dit is mogelijk nog belangrijker. Denk onder meer aan het gewicht van de maskers, de compatibiliteit van het masker met andere PBM en het ergonomische ontwerp dat de druk op de nek en hoofd minimaliseert (zoals het duofiltersysteem bij halfgelaatsmaskers)
  • Fit (pasvorm). Een masker moet goed aansluiten op het gezicht. Maar al te dikwijls blijkt uit de praktijk dat medewerkers kiezen voor en te groot masker. Daardoor krijg je lekkages en daalt de bescherming.

Adembescherming in 4 stappen

Voordat er overgegaan wordt op de aanschaf van ademhalingsbescherming, is het verstandig om eerst vier stappen te doorlopen:

  1. Inventarisatie van gevaren en risico's. Wordt het personeel blootgesteld aan fijnstof of aan gevaarlijke gassen en dampen? Maak een lijst van alle risico's omtrent adembescherming.
  2. Evaluatie van de risico's. Door ieder risico en gevaar te evalueren, kunt u prioriteiten stellen in het voorkomen ervan.
  3. Selectie van preventiemaatregelen. Hierbij is het belangrijk dat het masker lekker zit, zodat de medewerkers het ook dragen. Dat is vooral afhankelijk van ademweerstand, draagcomfort en pasvorm (fit).
  4. Validatie, training & motivatie. Ademhalingsbescherming eindigt niet met de selectie van de maskers. Perfecte adembescherming valt of staat met het juiste gebruik ervan. Vandaar het belang van training.